Governance en intern toezicht
Op het gebied van Governance en intern toezicht krijgen bestuurders en toezichthouders te maken met de “fit- en propertest”. Daarnaast zijn er aangescherpte regels ten aanzien van investeringsbeslissingen en verplichte informatievoorziening. De Minister – lees: de Autoriteit woningcorporaties – moet voor een aantal besluiten goedkeuring verlenen.
Benoeming bestuurders en commissarissen
Belangrijke verandering is dat bestuurders en commissarissen van TI’s worden getest op geschiktheid en betrouwbaarheid. Aanvullend op de Governancecode wordt in de wet geregeld dat opvolgende bestuurders door de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. De RvT kan bestuurders te allen tijde ontslaan of schorsen.
Vereisten voor de benoeming: geschiktheid- en betrouwbaarheidstoets
Voor toewijzing en (her)benoeming van bestuurders en commissarissenis een positieve zienswijze van de Minister nodig. Er vindt een geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets voor bestuurders en commissarissen plaats, die betrekking heeft op vakinhoudelijke kennis, competenties en op antecedenten. De eisen vindt u hier: eisen bestuurders en eisen commissarissen. De Autoriteit voert de toets uit en kijkt hierbij naar de aard en zwaarte van de functie waarvoor de beoogde bestuurder of commissaris in aanmerking komt, en de aard en de omvang van de werkzaamheden van de toegelaten instelling. Indien een bestuurder of commissaris zonder zienswijze van de Minister zitting heeft zal de Autoriteit een sanctie opleggen.
De RvT dient bovenstaande voor 1 januari 2017 in de statuten te verankeren. Regels gelden al vanaf 1 juli 2015.
Aanvullende eisen voor commissarissen
Nieuw in de wet is dat de RvT zich moet richten naar het belang van de betrokken belanghebbenden. Dit wil zeggen dat het toezicht ook dient te hebben voor het belang van de belanghebbenden. Dit vraagt om een goede relatie met hen.
De RvT dient actief kennis en vaardigheden te behouden en ontwikkelen. Verder wordt wettelijk verankerd dat de RvT bestaat uit ten minste drie commissarissen, waarvan een derde tot de helft op voordracht van huurders. Toezichthouders worden benoemd door de RvT voor een periode van maximaal vier jaar en kan slechts nog éénmaal worden herbenoemd voor maximaal vier jaar. Als er geen voordracht van de huurders is, moet de RvT actief werven in overleg met de huurdersvertegenwoordiging.
Voordracht door huurders
Huurdersorganisaties van woningcorporaties hebben het recht een bindende voordracht te doen voor leden van de RvT. De Woningwet bepaalt dat minstens een derde en maximaal de helft van de commissarissen wordt benoemd op bindende voordracht door de huurdersorganisatie.
Waarvoor dient de RvT toestemming te geven?
In de Woningwet zijn de onderwerpen vastgelegd waarover de RvT ten minste toestemming dient te geven. Uiteraard kan de RvT deze lijst zelf aanvullen. Dit verwerkt de TI in haar statuten. De belangrijkste onderwerpen:
- het uitbrengen van een bod in het proces om prestatieafspraken te maken;
- het doen van grote investeringen (vanaf 3 miljoen euro);
- verkoop van onroerende zaken ter waarde van 10 miljoen euro of meer;
- het aangaan of verbreken van verbindingen en van samenwerkingen die van ingrijpende betekenis zijn voor de TI;
- Ontslag of wijziging van de arbeidsvoorwaarden van een aanmerkelijk deel van het personeel.
Het ontbreken van goedkeuring ontslaat de RvT niet van haar vertegenwoordigingsbevoegdheid!
Informatieplicht naar Autoriteit
De RvT informeert gevraagd en ongevraagd de Autoriteit over ontwikkelingen bij de toegelaten instelling. Ongevraagd wordt er, zodra dat noodzakelijk is, aan de Autoriteit melding gedaan van:
- schade of mogelijke schade, toegebracht aan het belang van de volkshuisvesting door handelen van de TI;
- of er twijfel is over rechtmatigheid van handelen of de integriteit;
- (aanstaande) financiële kwetsbaarheid of liquiditeits- of solvabiliteitsproblemen bij verbindingen van de TI.
- een onoverbrugbaar geschil tussen het bestuur en de raad van toezicht van de TI; onderlinge onenigheid tussen de leden van de raad van toezicht, waarbij zij er niet in slagen om tot overeenstemming te komen; of tussen de TI en een dochtermaatschappij.
Deze regeling laat onverlet dat de TI, in casu de bestuurder, de primaire verantwoordelijkheid heeft om de voor de Autoriteit relevante informatie te melden.
Overige maatregelen
- In de wet zijn de taken van de RvT vastgelegd. Deze dient toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de TI en de door haar in stand gehouden onderneming. De RvT staat het bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de TI (en dochteronderneming), naar het te behartigen maatschappelijke belang en naar het belang van de betrokken belanghebbenden.
▸ Woningwet 2015 artikel 31 - De RvT dient de kennis en de vaardigheden te behouden en ontwikkelen, die noodzakelijk zijn voor het geschikt blijven van personen voor het lidmaatschap van de raad van toezicht. Deze regel vormt een aanvulling op artikel 1.8 van de Governancecode woningcorporaties, die vereist dat commissarissen volgens de Permanente Educatie-systematiek werken.
▸ Woningwet 2015 artikel 31 - Het bestuur houdt de RvT op de hoogte door tijdig gegevens te sturen en brengt hem ten minste eenmaal per jaar schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico’s en het beheers- en controlesysteem van de TI.
▸ Woningwet 2015 artikel 32 - Ontslag van een commissaris of de RvT is mogelijk wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden, waardoor het aanblijven als commissaris of als RvT redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Het ontslagverzoek kan door de TI (bestuur of raad van toezicht), of door de Minister worden ingediend bij de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam.
▸ Woningwet 2015 artikel 33 - De RvT of Onze Minister kan een commissaris schorsen. De schorsing vervalt van rechtswege, indien de toegelaten instelling of Onze Minister niet binnen een maand na de aanvang van de schorsing een verzoek tot ontslag bij de ondernemingskamer heeft ingediend.
▸ Woningwet 2015 artikel 33
Bestuurders
Benoeming bestuurder
De RvT kan een bestuurder ontslaan. Er dienen voor dergelijke gevallen voorschriften te zijn waaruit blijkt hoe in een voorlopig bestuur wordt voorzien.
Ledenraad vereniging krijgt kleinere positie
De benoeming betekent voor verenigingen dat de ledenraad de bestuurder niet meer kan benoemen of ontslaan. Hun positie ten opzichte van de RvT wordt kleiner. Voor een deel van de verenigingen is dit aanleiding om een stichting als rechtsvorm te kiezen, andere kiezen ervoor om de statuten te wijzigen, vanwege de meerwaarde die het zijn van een vereniging voor hen vormt (ledenbetrokkenheid). In het laatste geval is er aandacht nodig voor de relatie tussen de ALV en de RvT.
Achtergrond van deze regels
De betreffende competentie-eisen zijn gebaseerd op de eisen die De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten sinds enige jaren bij de toetsing op geschiktheid in de financiële sector hanteren. De eisen zijn in de praktijk reeds beproefd.
Geschiktheidsaspecten
De geschiktheidsaspecten die bij de zienswijze van de minister een rol spelen zijn gedetailleerd uitgewerkt in het BTIV. Dit betreft competenties (waaronder besluitvaardigheid, integriteit en moreel besef en samenwerkingsvermogen); betrouwbaarheid (strafrechtelijke, financiële, fiscaal-bestuursrechtelijke en toezichtantecedenten en antecedenten
Onafhankelijkheid
Bestuurders dienen onafhankelijk te zijn: zij mogen niet in het bestuur van een andere TI zitting hebben (behalve de dochterorganisatie). Dit mag wel in maatschappelijke instelling, indien de RvT dat goedkeurt. Het lidmaatschap van het bestuur is verder onverenigbaar met het lidmaatschap van:
- een RvT die gedurende dat lidmaatschap een aanwijzing heeft gekregen of onderworpen was aan toezichtsmaatregelen;
- college van burgemeester & wethouders;
- college van Gedeputeerde Staten;
- dagelijks bestuur van een waterschap of een organisatie die de belangen van gemeenten, provincies of waterschappen behartigt;
- een functie als ambtenaar bij het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap indien er (mogelijke) betrokkenheid bestaat bij de werkzaamheden van de TI.
Bestuurders van woningcorporaties kunnen gelijktijdig niet meer lid zijn van een RvT van een corporatie, waar dan ook in Nederland en vice versa. Dit is een vergaande maatregel, omdat het ook TI’s betreft buiten het werkgebied van de TI waar de bestuurder of commissaris werkzaam is. Let erop dat veel interim-bestuurders vaak ook commissaris zijn. Zij zullen een keuze moeten maken.
Verklaringen
Als een kandidaat eerder een bestuurs- of toezichtfunctie had bij een maatschappelijke organisatie, moet hij of zij verklaren dat deze organisatie nooit een aanwijzing of maatregel is opgelegd als gevolg van zijn handelen of nalaten. Hij dient ook te verklaren dat hij nooit een financieel-economisch delict heeft gepleegd.
Competenties
- Authenticiteit: consistent en open
- Besluitvaardig: tijdige besluiten en -oplossingen
- Integriteit en moreel besef: moreel, ethisch en aanspreekbaar
- Leiderschap: inspirerend, motiverend, stimulerend en gericht op draagvlak
- Maatschappelijke verantwoordelijkheid: specifieke (maatschappelijke) rol woningcorporaties
- Overtuigingskracht
- Resultaat- en klantgerichtheid: (kosten)efficiënt, doelgericht en in staat prioriteiten te stellen
- Samenwerkingsvermogen
- Visie: realistisch, toekomstgericht en risicobewust
- Zelfreflectie
De website van de inspectie Leefomgeving en Transport geeft een korte beschrijving van de beoogde procedure en de informatie die de corporatie moet aanleveren
Handreiking bestuurders en commissarissen Aedes/VTW (pdf)
Woningwet: artikel 25
BTIV: artikel 19 en bijlage 1
Commissarissen
Toetsing van geschiktheid vindt plaats door de Autoriteit woningcorporaties. Vanaf de ingang van de wet zal elke voorgenomen (her)benoeming aan de toezichthouder moeten worden gemeld. De melding moet zijn onderbouwd en gemotiveerd conform de eisen uit de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting. Hierin zijn nog een aantal procedurele eisen uitgewerkt.
Geschiktheidsaspecten
De geschiktheidsaspecten die bij de zienswijze van de minister een rol spelen zijn gedetailleerd uitgewerkt in het BTIV. Dit betreft competenties (waaronder besluitvaardigheid, integriteit en moreel besef en samenwerkingsvermogen); betrouwbaarheid (strafrechtelijke, financiële, fiscaal-bestuursrechtelijke en toezichtantecedenten) en antecedenten waarbij Aedes of VTW maatregelen hebben moeten treffen. (BTIV Bijlage 1 en 2).
Kan er bij gerede twijfel aan een zittende commissaris ook tussentijds getoetst worden?
De achtergrond bij het stellen van geschiktheidseisen komt voort uit de wens om raden te professionaliseren. De Governancode stelde al specifieke eisen aan de werving van commissarissen – waaronder competenties. Bij de werving van commissarissen zal het functieprofiel aangescherpt moeten worden.
De wet bepaalt dat (alleen) bij benoeming en herbenoeming van bestuurders en commissarissen een zienswijze is vereist waartoe betrokkenen op geschiktheid en betrouwbaarheid worden getoetst. Kandidaten dienen echter ook in de tussenliggende periode te blijven voldoen aan de eisen. In het kader van het (reguliere) toezicht op de governance bij corporaties kan de Autoriteit woningcorporaties bij twijfel daaromtrent de woningcorporatie daarop aanspreken en zo nodig via een aanwijzing (en sancties) aandringen op maatregelen. Een functieverschuiving wordt niet gezien als herbenoeming, de huidige termijn van de toezichthouder blijft gelden (bron: VTW/BZK).
Competenties
Voor commissarissen gelden specifieke geschiktheidseisen. Van hen wordt verwacht dat ze bestuurlijk inzicht hebben, over een helikopterview beschikken, in staat zijn tot onafhankelijke oordeelsvorming, teamspelers zijn en (indien van toepassing) over voorzitterskwaliteiten beschikken.
De volledige lijst:
- Authenticiteit: consistent en open
- Bestuurlijk inzicht: realiteitszin, gezond verstand en bewustzijn van complexiteit woningcorporaties
- Helikopterview
- Integriteit en moreel besef: moreel, ethisch en aanspreekbaar
- Maatschappelijke verantwoordelijkheid: besef van specifieke (maatschappelijke) rol woningcorporaties
- Onafhankelijke oordeelsvorming: lastige vragen durven stellen
- Teamspeler
- Visie: realistisch, toekomstgericht en risicobewust
- Voorzittersvaardigheid: indien van toepassing
- Zelfreflectie
Voorschriften omtrent de melding van de geschiktheid van personen voor het lidmaatschap van het bestuur en de raad van toezicht, en de betrouwbaarheid van die personen: RTIV, artikel 6, 7, 8.
Onafhankelijkheid
De raad van toezicht is zodanig samengesteld dat de commissarissen ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Commissarissen dienen deskundig en onafhankelijk te zijn: zij mogen geen belang in de TI of dochteronderneming hebben. Wel mogen zij huurder van de TI zijn.
Het lidmaatschap van een RvT is onverenigbaar met het lidmaatschap van:
- een bestuur van een andere TI
- een eerder bestuur van de TI (of haar directe rechtsvoorganger)
- een RvT die gedurende dat lidmaatschap een aanwijzing heeft gekregen of onderworpen was aan toezichtsmaatregelen;
- een toezichthoudend orgaan (raad van toezicht, raad van commissarissen of anderszins) van een corporatie of maatschappelijke organisatie, waarvan een andere commissaris van de raad van toezicht óók lid is;
- college van burgemeester & wethouders; college van Gedeputeerde Staten; dagelijks bestuur van een waterschap; in het werkgebied van de TI.
- een orgaan van, of een functie bij, een maatschappelijke organisatie waarvan een bestuurder van de TI ook bestuurder is;
- een organisatie die de belangen van gemeenten, provincies of waterschappen behartigt;
- een functie als ambtenaar bij het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap indien er (mogelijke) betrokkenheid bestaat bij de werkzaamheden van de TI.
Verklaringen
Als een kandidaat eerder een bestuurs- of toezichtsfunctie had bij een maatschappelijke organisatie, moet hij of zij verklaren dat deze organisatie nooit een aanwijzing of maatregel is opgelegd als gevolg van zijn handelen of nalaten. Hij dient ook te verklaren dat hij nooit een financieel-economisch delict heeft gepleegd.
Handreiking bestuurders en commissarissen Aedes/VTW (pdf)
Woningwet: artikel 30
BTIV: artikel 19 en bijlage 1
Aanvullende eisen voor commissarissen
De RvT dient zich te richten naar het belang van de betrokken belanghebbenden. Om dit te kunnen, is een
goede relatie met belanghebbenden noodzakelijk. Van belang is dat de commissarissen dit doen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en vanuit hun rol als toezichthouder. In veel gevallen is de aanwezigheid van de bestuurder of een andere corporatievertegenwoordiger van belang. Ook dient de RvT toezicht te houden op de frequentie en de kwaliteit van het contact tussen de bestuurder(s) en belanghebbenden. Meer informatie, suggestie en tips zijn te vinden op de website van de VTW.
Woningwet: artikel 31
Aanvullende eisen voor commissarissen
Benoeming als er geen huurdersorganisatie is
In de statuten dient ook bepaald te zijn dat als er geen huurdersorganisatie bestaat (zoals bedoeld in de overlegwet), het voordrachtsrecht bij de huurders gezamenlijk berust.
Er is geen verplichting om de huurdersorganisatie te raadplegen of om advies te vragen bij (her)benoeming van commissarissen die geen huurderscommissarissen zijn.
Aanbevelingen van de VTW en Woonbond die zijn opgenomen in de publicatie De Huurderscommissaris:
- De RvT betrekt de voordragende huurdersorganisatie bij de vaststelling van de (algemene) profielschets voor de RvT.
- De huurdersorganisatie en de RvT overleggen één of twee keer per jaar over het algemeen beleid van de corporatie. In dit kader legt de RvT alle commissarisbenoemingen ter informatie voor aan de huurdersorganisatie.
Woningwet: artikel 30
Afwijkende regels voor verenigingen
Voor verenigingen zijn er afwijkende regels. Hier kan de algemene ledenvergadering het bindende karakter van de voordracht ongedaan maken, mits er voldoende huurderscommissarissen in de RvT zitten. Tijdens de ledenvergadering moet dan wel minstens de helft van het aantal stemmen van álle leden worden uitgebracht.
Uit hoeveel huurderscommissarissen moet de RvT bestaan
- RvT bestaande uit 3 commissarissen: 1 huurderscommissaris
- RvT bestaande uit 4 commissarissen: 2 huurderscommissarissen (N.B.: Op grond van lid 10 — dat via een amendement aan de wet is toegevoegd — bedraagt het aantal huurderscommissarissen bij een RvT van vier commissarissen: 2. Dit is conflicterend met lid 9, waarin wordt bepaald dat het aantal huurderscommissarissen bij een RvT van vier commisarissen is: 1. BZK heeft aangegeven dat lid 9 via reparatiewetgeving zal worden aangepast.)
- RvT bestaande uit 5 commissarissen: 2 huurderscommissarissen
- RvT bestaande uit 6 commissarissen: minimaal 2 huurderscommissarissen en maximaal 3
- RvT bestaande uit 7 commissarissen: 3 huurderscommissarissen
Onderwerpen waarvoor goedkeuring van de RvT vereist is
- Overdracht of overgang van een (deel van een) onderneming die door de TI in stand wordt gehouden aan
een derde. - Het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de TI met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennote in een CV of Vof, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de toegelaten instelling.
- Het doen van een investering ten behoeve van de volkshuisvesting, indien daarmee ten minste 3 miljoen
euro gemoeid is. Dit betreft niet investeringen in onderhoud of renovatie van onroerend goed dat reeds in bezit van de corporatie is. - Wijziging van de statuten, of een voorstel daartoe als de TI een vereniging is.
- Ontbinding van de Ti of een voorstel daartoe als TI vereniging is.
- Aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling van de TI.
- Gelijktijdige beëindiging of beëindiging binnen een kort tijdsbestek van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de TI.
- Ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de TI of
van personen die als zelfstandigen of in een rechtspersoon of vennootschap daarin werkzaam zijn. - Het vervreemden van onroerende zaken en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden van de toegelaten instelling, het daarop vestigen van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, en het overdragen van het economische eigendom daarvan, ter waarde van 10 miljoen euro. Dit bedrag kan verschillend worden bepaald ten aanzien van de categorie waarin de beoogde verkrijger valt.
- Het vaststellen van het “bod” dat de TI voor 1 juli van ieder jaar verzendt naar de gemeente waar zij
werkzaam is en de huurdersorganisatie, om tot prestatieafspraken te komen.
Andere onderwerpen, zoals in de statuten van de TI bepaald is.
Informatieplicht
De raad van toezicht dient als interne toezichthouder van een toegelaten instelling bij zijn taakuitoefening
zowel gericht te zijn op het belang van de toegelaten instelling zelf, als op het algemene belang van de volkshuisvesting. Er is een informatieverplichting van de interne toezichthouder aan de Autoriteit ingesteld
om dit te waarborgen. Als de RvT van oordeel is dat het bestuur van de TI niet op een juiste wijze aanstuurt
en tevens niets doet met de aanbevelingen van de RvT om hierin verbetering te brengen waardoor er
problemen dreigen te ontstaan, meldt de RvT dit op grond van de informatieverplichting aan de externe toezichthouder. Daarnaast heeft de RvT meldingsplicht als er twijfels bestaan over de rechtmatigheid van handelen of de integriteit, alsmede bij (aanstaande) financiële kwetsbaarheid of liquiditeits- of solvabiliteitsproblemen bij verbindingen van de TI.
Deze meldingsplicht vraagt om goede afwegingen bij de RvT en individuele commissarissen over deze regels. Wanneer dient de Autoriteit geïnformeerd te worden? De wet omschrijft niet wat nu precies schade aan de volkshuisvesting is. Het verdient aanbeveling om jaarlijks stil te staan bij de meldingsplicht. Bovendien is een zeer scherp toetsingskader nodig en moeten de notulen goed zijn in verband met dossiervorming. Dit houdt
ook verband met de aansprakelijkheid van de commissarissen. Tot slot, loont het om te onderzoeken wat de voorwaarden van de aansprakelijkheidsverzekering zijn rondom deze informatieplicht.
BTIV: artikel 29
Taken Autoriteit Woningcorporaties
Deze toezichthouder beoordeelt risicogericht het beleid en beheer van de woningcorporatie en van haar dochtermaatschappijen. Daarbij richt het toezicht zich op de volgende onderwerpen:
- Rechtmatigheid van het handelen en nalaten
- Governance en integriteit van beleid en beheer
- Behoud van financiële continuïteit
- Bescherming van maatschappelijk bestemd vermogen
- Solvabiliteit en liquiditeit van corporaties
- Kwaliteit van risicomanagement, beheer, aansturing en verantwoording
- Staatssteun