Waarin mag de TI actief zijn?
De TI dient zich te beperken tot haar kerntaak: het passend huisvesten van de doelgroep. In het verlengde hiervan mag de TI specifiek omschreven maatschappelijk vastgoed bouwen en verhuren en bepaalde diensten voor leefbaarheid uitvoeren. Deze zijn toegestaan als ze een bijdrage leveren aan de directe woonomgeving van het woningbezit van de TI. Deze activiteiten zijn de Diensten van algemeen economisch belang (daeb). Alleen deze activiteiten komen in aanmerking voor “compensatie”: borging via het WSW.
Samenvattend zijn de taken als volgt gedefinieerd:
- Wonen: de TI bouwt, beheert en verhuurt sociale huurwoningen aan huishoudens met een inkomen tot de inkomensgrens (inkomen tot € 35.739, prijspeil 2016). 90% van de vrijkomende sociale woningen dient aan deze groep toegewezen te worden. Binnen de 10% vrije toewijzingsruimte moet de woningcorporatie voorrang geven aan personen die door persoonlijke, sociale, fysieke of psychische beperkingen, moeilijkheden ondervinden bij het vinden van voor hen passende huisvesting. Tijdelijk mag nog eens 10% van het vrijkomende aanbod toegewezen worden aan huishoudens met een inkomen tot € 39.874 (prijspeil 2016). Dit is tot 2020 toegestaan.
- Diensten: die rechtstreeks verband houden met de bewoning zijn toegestaan, zoals schoonmaak bij mutatieonderhoud. Uitgangspunt is dat diensten niet primair door andere maatschappelijke organisaties worden aangeboden en niet tot concurrentie met marktpartijen mogen leiden. Het exploiteren van schoonmaakdiensten voor bewoners is bijvoorbeeld niet toegestaan. Het VvE-beheer van gemengde complexen mag vanuit de daeb-tak plaatsvinden.
- Leefbaarheid: de TI mag blijven bijdragen aan de leefbaarheid in gebieden waar zij bezit heeft. Over de activiteiten dienen prestatieafspraken te zijn gemaakt! Het maximumbedrag bedraagt € 126,25 (prijspeil 2016) per verhuureenheid. Dit is het bedrag inclusief interne en externe personeelslasten die betrekking hebben op leefbaarheid. Kosten van huismeesterstaken die op grond van het Besluit servicekosten als servicekosten bij de huurder in rekening worden gebracht, hoeven niet te worden gedekt uit het bedrag voor leefbaarheidsuitgaven. Een hoger bedrag in een bepaald jaar is toegestaan indien dit bedrag expliciet is opgenomen in de voor dat jaar gemaakte prestatieafspraken tussen toegelaten instelling, gemeente en huurdersorganisatie.
Diensten die in het verleden regelmatig werden geleverd, zoals maaltijddiensten, zijn niet meer toegestaan voor de TI.
▸ Toegestane leefbaarheidsactiviteiten - Maatschappelijk vastgoed: in het BTIV is een lijst opgenomen met toegestaan maatschappelijk vastgoed. Criterium is of zij tot het woondomein kunnen worden gerekend (zoals opvangcentra of hospices) of onlosmakelijk samenhangen met zorggebouwen (zoals een zorgsteunpunt). Voorwaarde is dat het betreffende vastgoed ligt in gebieden waar de woningcorporatie woningen bezit. Bovendien moet het vastgoed een functie hebben die gericht is op de wijk, de buurt of het buurtschap waarin het is gelegen. Ook het eigen kantoor wordt aangemerkt als maatschappelijk vastgoed. Nieuw maatschappelijk vastgoed mag alleen als het bedrijfseconomisch verantwoord is. In het BTIV is een lijst met bestaand maatschappelijk vastgoed benoemd die behouden mogen blijven indien deze voor ingang van de Woningwet 2015 al in bezit van de TI waren. Voor transformatie van locaties is een uitzondering mogelijk.
- Bedrijfsmatig vastgoed: Commercieel vastgoed als onderdeel van de plint van een woongebouw mag alleen na een marktoets en een toets op rendement, voor maximaal 25% van het brutovloeroppervlak (inclusief parkeerruimte) en een investering van maximaal € 10 miljoen (BTIV art. 52 lid 1). Uitzondering vormt het verhuren van gebouwen die de TI op 1 januari 2016 in bezit had, of het verhuren van onroerende zaken die deel uitmaken van gebouwen die kantoorruimten zijn en waarvan meer dan 50% van het bruto-vloeroppervlak als zodanig door de TI wordt gebruikt en die de TI op 1 januari 2016 in bezit had.
Beperkte commerciële activiteiten in maatschappelijk vastgoed zijn ook toegestaan als deze dienst niet meer dan 10% beslaat van het bruto vloeroppervlak van het totale maatschappelijke vastgoed (inclusief gemeenschappelijke en parkeerruimte). In verpleeg- en verzorgingshuizen bedraagt dit percentage 25% tot 2021. Deze regel maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat er een kapper in een verzorgingshuis komt. - Overig: projectsteun (ondersteuning van andere TI via matching) blijft mogelijk.
Toegestane leefbaarheidsactiviteiten
- Woonmaatschappelijk werk, inclusief achter-/voordeurprojecten
- Kleinschalige infrastructuur in de directe nabijheid van woongelegenheden
- Initiatieven voor schone woonomgeving, voorkomen overlast, bevorderen veiligheid
- Uitsluitend ten behoeve van huurders
Het maximale bedrag per verhuureenheid is te zien als een totaalbedrag dat in een buurt uitgegeven kan worden waar het nodig is.
Veel TI’s en hun belanghebbenden maken zich zorgen over de mogelijkheid om leefbaarheidsactiviteiten te ondernemen. Verdergaande projecten zoals arbeidstoeleiding, die indirect ook hun waarde voor de
leefbaarheid van een wijk hebben, mogen inderdaad niet meer. Maar met enige creativiteit vallen veel
projecten onder de toegestane activiteiten. De financiële ruimte is bovendien voor veel corporaties aanzienlijk, zo geven veel TI’s niet meer dan een euro of zeventig per woning uit. Dit is anders voor een TI met wijken waar grote leefbaarheidsproblemen spelen.
Nieuwe investeringen in maatschappelijk vastgoed zijn toegestaan:
- opvangcentra (blijf-van-mijn-lijfhuizen, dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen en verslaafden);
- hospices;
- zorgsteunpunten die inpandig in een woonzorggebouw zijn gevestigd;
- ruimten voor dagbesteding van gehandicapten of ouderen, incl. enige zorginfrastructuur, die inpandig in
een woonzorggebouw zijn gelegen; - buurthuizen;
- gemeenschapscentra jongerencentra, maar zonder horecavoorziening;
- dorps- of wijkbibliotheken;
- veiligheidshuizen;
- ruimten voor op de buurt of wijk gericht maatschappelijk werk door stichtingen of verenigingen
- ruimten voor op de buurt of wijk gerichte activiteiten op het gebied van welzijnswerk door stichtingen of verenigingen;
- eigen kantoorruimte;
- het in stand houden en verhuren van basisscholen en centra voor jeugd en gezin is alleen toegestaan als
dit voldoende renderend is (BAR 6,25%). Dit geldt niet indien dit al voor 1 januari 2016 in eigendom was).
Maatschappelijk vastgoed reeds in eigendom
Een aantal vormen van maatschappelijk vastgoed kan behouden blijven, indien het reeds in eigendom was bij de inwerkingtreding van de wet (1 juli 2015). De woningcorporatie mag de diensten en functies in die gebouwen niet (meer) zelf aanbieden, maar het gebouw wel ter beschikking houden voor andere maatschappelijke organisaties die deze diensten aanbieden, mits er een positief financieel rendement wordt behaald. Voor dat vastgoed kan de lopende WSW-borging worden voortgezet en kan herfinanciering met WSW-borging plaatsvinden:
- centra voor werk(gelegenheid) en / of bevordering van bedrijvigheid in de wijk;
- brede scholen met bijvoorbeeld peuterzaal, kinderopvang, voor-, tussen- en naschoolse opvang,
buurtsporthal, en -complex (zogeheten multifunctionele accommodaties); - wijksportvoorzieningen;
- vmbo-mbo-scholen, vwo-scholen, schoolgebouwen voor speciaal onderwijs;
- steunpunten voor schuldsanering en budgetbeheeradvies voor huishoudens in financiële problemen;
- multifunctionele centra voor maatschappelijke dienstverlening;
- ruimten voor kleinschalige culturele activiteiten;
- ruimten voor niet op de buurt of wijk gericht maatschappelijk werk door stichtingen of verenigingen
- ruimten voor niet op de buurt of wijk gerichte activiteiten op het gebied van welzijnswerk door stichtingen
of verenigingen; - basisscholen;
- centra voor jeugd en gezin.
Uitzondering bij transformatie van locaties
Wanneer een TI een gebouw of bebouwd terrein verwerft om deze te transformeren tot woonruimte en / of maatschappelijk vastgoed, kunnen aangekochte gebouwen maximaal vijf jaar worden verhuurd aan de oorspronkelijke huurder, als die na de transformatie niet terugkeren (bijvoorbeeld een school of een kantoor).
Zo wordt transformatie haalbaar gemaakt. De minister dient hier voorafgaand mee in te stemmen.
Betrokkenheid bij de bouw en exploitatie van bedrijfsmatig onroerend goed of vastgoed
Betrokkenheid bij de bouw en exploitatie van bedrijfsmatig onroerend goed of vastgoed voor commerciële huurders worden benoemd als niet-daeb-activiteiten. Deze zijn beperkt mogelijk: de investering mag niet meer bedragen dan 25% van de investering in het totale gebouw en niet meer dan 10 miljoen euro bedragen. Zo wordt bedrijfsmatig vastgoed in de plint van een woongebouw mogelijk gemaakt. Losstaand bedrijfsmatig vastgoed is niet toegestaan.
Woningwet: art. 45, 47, 48 en 19
BITV 2015: art. 47, 48 en 50
RTIV 2015: art. 21