Financiële inrichting

Bij de financiële inrichting is sprake van strengere en aanvullende regels. De TI dient haar woningen tegen actuele marktwaarde te taxeren. Dit heeft consequenties voor de waarderingsgrondslagen en financiële ratio’s. Dit vraagt van toezichthouders om ook in de nieuwe situatie in control te blijven.

Voorts stelt de wet een reeks van eisen ten aanzien van het verplichte reglement financieel beleid en beheer (door veel TI’s nu in de vorm van treasurystatuut gehanteerd), aantrekken van leningen, leningen van de daeb-tak en de niet-daeb-tak, overhevelen van resultaat van daeb naar niet-daeb en vice versa. Het scheiden of splitsen in een daeb- en niet-daeb-tak, heeft een aantal consequenties voor de financiële inrichting van de TI.

Leningen

Interne lening bij scheiden
Om de start van een niet-daeb-tak mogelijk te maken, wordt een interne lening verstrekt door de TI. Alleen bij een gescheiden administratie (dus niet bij een juridische splitsing) kan ook ná de start nog een extra interne lening worden verstrekt.

Interne lening NA scheiden en splitsen
Het uitgangspunt is dat financiering van niet-daeb-activiteiten plaatsvindt met middelen die extern zijn aangetrokken of zijn gegenereerd in de niet-daeb-tak zelf. De TI geeft na scheiding of splitsing geen lening meer en staat niet garant. Uitsluitend bij herstructurering is het in dat geval toegestaan om niet-daeb-activiteiten vanuit de daeb-tak te financieren

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld voor de waardebepaling of taxatie van het vastgoed, de aanvullende bedingen onder welke kortingen verleend kunnen worden, en voor de vestiging van zakelijke rechten. De minister toetst het besluit tot vervreemding in alle gevallen aan het belang van de volkshuisvesting.

Borgingsvolume (niet in woningwet, wel van groot belang)

Het WSW heeft besloten om ál het vastgoed dat voor inwerkingtreding van de wet in bezit was van de TI onder te brengen bij WSW. Ook het vastgoed dat zonder borging was gefinancierd. Hiermee verliest de TI de vrijheid over dit vastgoed. Zo kan het niet meer dienen als reservepot om onder te brengen bij een bank in het geval er liquiditeitsproblemen ontstaan. Afsplitsing in woonmaatschappij en mogelijke financiering zonder borging behoeft vrijgave door WSW.

Overcompensatie​

Overcompensatie ontstaat wanneer een TI onterecht te veel staatssteun heeft ontvangen voor daeb-activiteiten. De TI moet dit in het uiterste geval terugbetalen. De staatssteun aan TI’s bestaat uit het goedkoper lenen door overheidsgaranties, de mogelijkheid tot het krijgen van saneringssteun en grondkortingen van gemeenten. Als een TI een “meer dan redelijke” jaarwinst maakt op daeb-activiteiten, is er sprake van overcompensatie. Het bepalen van de overcompensatie is pas mogelijk als de daeb-taken zijn gescheiden van de niet-daeb-taken, dus voor het eerst over het verslagjaar 2018.

De berekening van overcompensatie kan worden uitgevoerd door te kiezen uit één van de vier formules, die de minister heeft opgesteld. Zo kunnen ze rekening houden met hun eigen situatie.

Reglement financieel beheer​

Veel corporaties beschikken over een treasurystatuut. De verplichting om een reglement financieel beheer te hebben, is nu bij wet vastgelegd. Dit reglement gaat verder dan het treasurystatuut. Hierin staat onder andere ook dat de TI zorgdraagt voor een sobere en doelmatige bedrijfsvoering. Om dit te bereiken zijn in het BTIV diverse uitgangspunten voor het financieel beheer benoemd.  Het reglement geldt ook voor afhankelijke ondernemingen (meerderheidsbelang) en samenwerkingsvennootschappen waarin de toegelaten instelling volledig aansprakelijk vennoot is.

Het reglement moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de minister. Het beoordelingskader van de Autoriteit Wonen vindt u hier.

Overige regelingen

Aangaan van verbindingen
De wet stelt eisen ten aanzien van het aangaan verbindingen door de TI. De TI mag geen vermogen verschaffen, niet garant staan en de Minister moet eerst goedkeuring verlenen. De verbinding moet in het belang van de volkshuisvesting zijn. De eisen zijn vergelijkbaar als die worden gesteld aan de financiering van de niet-daeb-tak. Financiering is alleen bij oprichting toegestaan via aandelenkapitaal of een interne lening. Vanaf de inwerkingtreding van het aangepaste BTIV (1 juli) kan de TI ook toestemming vragen voor het verschaffen van vermogen aan een dochteronderneming.

▸ Woningwet: artikel 21
Ontwerpbesluit wijziging BTIV 2016: artikel 12

Van wie mag de TI lenen?
De TI mag uitsluitend financiële transacties aangaan voor het verrichten van haar werkzaamheden met Nederlandse overheden, Nederlandse banken en banken met een vergunning met ten minste een single-A-rating en professionele beleggers. Leningen zijn gemaximeerd op 50% van de WOZ-waarde van het bezit van de TI. 

▸ Woningwet: artikel 21c
▸ BTIV: artikel 13

Geen recht van pand of hypotheek mogelijk
TI’s moeten op basis van artikel 45 van de Woningwet eigenaar zijn (en blijven) van woningen en grond (behalve bij erfpacht) die zij verhuren en waar zij werkzaamheden voor verrichten.

▸ Woningwet: artikel 21d
▸ BTIV: artikel 58

Beleidsregels Autoriteit woningcorporaties en WSW

Geen onderdeel van de Woningwet, maar van zeer groot belang, zijn de beleidsregels van de Autoriteit woningcorporaties en het WSW. Zeker rondom de invoering van de Woningwet zijn deze regels sterk in ontwikkeling.

▸ Beleidsregels van de Autoriteit woningcorporaties
▸ Waarborgfonds Sociale Woningbouw

Hulpvragen, deadlines & aandachtspunten